Nu we bij het Maitreya Instituut zijn en een tweedaagse kookworkshop volgen mag daar ook gerust iets over het Boeddhisme bij. De meeste mensen weten hier wel iets van en waarschijnlijk is een deel van de mensen tijdens dit weekend zelf boeddhist. Alhoewel hèt Boeddhisme niet bestaat (net zoals hèt Christendom niet bestaat) zijn er een heleboel zaken waar alle Boeddhisten het wel over eens zijn.
Om te beginnen dat het iets heel bijzonders is om als mens te worden geboren. Als mens ben je namelijk in goede omstandigheden je (spiritueel) te ontwikkelen. Daarbij willen we alles dat lijden veroorzaakt nalaten en alles dat lijden opheft of voorkomt doen. Daarnaast kun je vanzelfsprekend het beste handelen, denken en spreken als je gezond bent en gelukkig. Onze gezondheid wordt in belangrijke mate bevorderd door de voeding die we tot ons nemen.
Dat geldt voor de oorsprong van onze voeding: om lijden te voorkomen letten we in het bijzonder op gevolgen die de teelt van onze voeding voortbrengt. De arbeidsomstandigheden, de natuurlijke omgeving en het welzijn van dieren speelt daarbij onder andere een rol. Alhoewel de meeste Boeddhisten vegetariër zijn, zijn er ook velen die af en toe vlees eten. De Dalai Lama bijvoorbeeld eet soms (op advies van zijn dokter) een beetje vlees en onze eigen Geshe Sonam Gyaltsen ook.
De historische Boeddha heeft in ieder geval niet gekozen om een vegetarisch dieet aan zijn volgelingen voor te schrijven. De monniken in de zesde eeuw voor Christus bedelden langs de huizen waar zij langs kwamen hun eten bij elkaar en werden daarom bikkhu genoemd, wat bedelaar betekent. Zij moesten nemen wat hun gegeven werd[1] en als dat betekende dat er vlees in hun eten zat was dat geen bezwaar. Zij mochten echter geen vlees aanvaarden van een dier dat speciaal voor hen gedood was.
